25 januari 2017
Langdurig zitten wordt beschouwd als een risicofactor voor de gezondheid in het algemeen en voor lage rugpijn in het bijzonder. “Sitting disease” is een relatief recente medische term om de negatieve, vooral cardiovasculaire, effecten van een zittende levensstijl op de gezondheid te beschrijven. In sommige functies, bijvoorbeeld in call centers, brengen de werknemers meer dan 90% van hun werktijd zittend door. Loont het de moeite om zit-statafels te introduceren op de werkvloer ?
Er werd herhaaldelijk bewezen dat zit-statafels (in de hoogte verstelbare tafels waaraan je zowel kan zitten als staan) de totale zittende tijd verminderen, maar niet altijd zoveel als je misschien zou verwachten. Over het algemeen brengen de gebruikers van dit soort tafels één uur per dag minder zittend door (1).
Uit een Australische studie (4) bleek dat de belangrijkste belemmering om echt rechtop staand te werken, het gemak was waarmee de hoogte van de tafel kon worden aangepast. Manueel aanpasbare tafels werden minder vaak in de staande positie gezet.
Mensen met musculoskeletale klachten waren eerder geneigd in een staande positie te gaan werken, wanneer zij hiertoe de mogelijkheid kregen (6). Training over het gebruik van de werktafels zorgde eveneens voor een lichte stijging in het gebruik (6,7). En ook het toepassen van herinneringen (7) heeft een positief effect op de totale staande tijd. Na 3 weken opleiding en dankzij het gebruik van herinneringen steeg de staande werktijd volgens een Amerikaanse studie (7), met bijna een uur per dag. Er is echter geen informatie over de effecten op langere termijn.
Uit veel studies blijkt dat afwisseling tussen zitten en staan verschillende positieve effecten heeft : minder musculoskeletale klachten, minder rug- en nekpijn (3), minder vermoeidheid, een iets hoger energieverbruik terwijl de arbeidsprestaties behouden blijven (8). Er is echter meer onderzoek nodig, grootschalig en gedurende langere periodes dan in de meeste studies het geval is, en een objectieve meting van de fysieke activiteit in staande en zittende houdingen, zowel tijdens de werkuren als daarbuiten (volgens een studie leidde meer staand werk eigenlijk tot minder fysieke activiteit en staande tijd thuis (5)). Momenteel wordt in het Verenigd Koninkrijk een gerandomiseerde vergelijkende pilootstudie uitgevoerd die rekening houdt met al deze “wetenschappelijke lacunes” (9) om de invoering van zit-statafels met of zonder training en organisatorische maatregelen te vergelijken. Ook de invloed van bepaalde pathologieën als mogelijke contra-indicatie voor staand werk, zoals spataders en bepaalde pathologieën van de knie of heup, moeten worden onderzocht of opgenomen in de studies.
Beeldschermwerk heeft nadelige gevolgen voor het musculoskeletaal systeem, vooral omdat het de bloed- en zuurstoftoevoer naar de spieren en gewrichten vermindert. Dat veroorzaakt spierkrampen, wat dan weer stijve of geblokkeerde spieren en gewrichten als gevolg heeft. Zelfs bij een perfecte ergonomische houding en zelfs met perfect ergonomisch materiaal zal statisch werk (zowel zittend als staand) leiden tot musculoskeletale problemen.
De zit-statafel is duidelijk niet de enige mogelijke maatregel om musculoskeletale problemen te verminderen :
De invoering van zit-statafels zorgt gemiddeld voor een matige of kleine vermindering van de werktijd die men zittend doorbrengt. Zit-statafels kunnen goed zijn voor de gezondheid. Volgens sommige studies leidt het gebruik ervan tot minder vermoeidheid, een gezondheid die als beter wordt ervaren en minder musculoskeletale klachten (nek- en rugpijn). Er zijn wel enkele bezwaren tegen het gebruik van dit soort tafels. Zit-statafels die manueel moeten worden aangepast, zijn ongetwijfeld minder doeltreffend. De invoering van zit-statafels is ook effectiever wanneer er gezorgd wordt voor training of herinneringen, en er dienen ook alternatieve maatregelen te worden genomen om lange statische perioden (staand of zittend) te beperken. Er lijkt meer onderzoek nodig te zijn op een grote schaal en gedurende langere periodes dan bij de meeste studies het geval is. Ten slotte dienen de studies ook meer rekening te houden met de invloed van bepaalde pathologieën als een mogelijke contra‑indicatie voor staand werk.
Dr. Mathieu VERSÉE
Wetenschappelijk adviseur Cohezio
(1) Chau et al. 2010. Are workplace interventions to reduce sitting effective? A systematic review. Prev Med 51: 352-356.
(2) Straker et al. 2013. Sit-stand desks in call centers: associations of use and ergonomic awareness with sedentary behavior. Appl Ergon 2013; 44(4): 517-22.
(3) Pronk et al. 2012. Reducing occupational sitting time and improving worker health: the take-a-stand project, 2011. Prev Chronic Dis 2012; 9:110323
(4) Grunseit 2013 “Thinking on your fee”: A qualitative evaluation of sit-stand desks in an Australian workplace. BMC Public Health 2013; 13(1):365.
(5) Alkhajah et al. 2012. Sit-stand workstations: a pilot intervention to reduce office sitting time. Am J Preve Med 43: 298-303.
(6) Wilks et al. 200. The introduction of sit-stand tables: aspects of attitudes, compliance and satisfaction. Appl Ergon 37: 359-365.
(7) Robertson et al 2013. Office ergonomics training and a sit-stand workstation: effects on musculoskeletal and visual symptoms and performance of office workers. Appl Erg 44: 73-85.
(8) Straker, Matthiassen 2009. Increased physical work loads in modern work – a necessity for better health and performance? Ergonomics 52: 1215-1225.
(9) Hall et al. 2015 BMC Public Health 2015. Epub 2015 Feb 15