13 december 2023
Een van de grootste uitdagingen waar werkgevers vandaag de dag voor staan, is het gebrek aan inzet en betrokkenheid van hun werknemers. Een van de meest opvallende uitingen hiervan is “quiet quitting”: werknemers die zich beperken tot het strikt noodzakelijke. In het onderstaande artikel geven we meer informatie over de symptomen van “quiet quitting” en de context waarin het zich voordoet. We geven ook concreet advies over hoe je werknemers op een positieve manier kunt betrekken en motiveren.
De term “quiet quitting” vindt zijn oorsprong in Engelstalige landen. Deze praktijk om de werkinspanning tot een strikt minimum te beperken, wint steeds meer terrein in onze landen. Gepopulariseerd door sociale netwerken zoals TikTok, weerklinkt in deze ontslagpandemie steeds weer de vraag naar zingeving en overinvestering in werk, twee concepten die tijdens de covidperiode en daarna vaak in twijfel werden getrokken.
Een gevolg van de pandemie is dat we te maken krijgen met een groot aantal werknemers in burn-out: het absenteïsme door mentale gezondheidsproblemen is volgens Securex 18.5% gestegen tussen 2019 en 2022. In dezelfde lijn toont een studie van Wide (2022) aan dat 42% van de werkende Belgen hun baan houden om voedingsmiddelen te kunnen blijven kopen. Als reactie op deze schokkende realiteit zijn veel mensen de plaats van werk in hun leven in vraag beginnen te stellen.
Terwijl een burn-out het symptoom is van een onevenwicht tussen de persoonlijke investering in het werk en de daarmee verbonden voordelen, lijkt quiet quitting het antwoord te zijn op een gedwongen herstel van het evenwicht tussen privé- en beroepsleven. Het is een van de gevolgen van de veranderende relatie die werknemers met hun werk hebben. Nieuwe generaties zijn minder geneigd om hun werk een fundamentele plaats in hun leven te geven.
Hoewel de ontslaggolf blijkbaar meer bij generatie Z en millenials, blijkt het ook oudere werknemers te treffen die op zoek zijn naar zingeving en een harmonie met de waarden van hun werkgever. Waarden die de laatste jaren vaak wat verloren gegaan waren.
De belangrijkste boosdoener in onze tijd blijft de hectische race tegen de klok, een race waarin werknemers niet op kunnen tegen de snelheid van nieuwe technologieën. Ze moeten meer en sneller werken als antwoord op een grote verscheidenheid aan eisen, ongeacht de aard van hun baan.
In de positie van de grote verliezer vertraagt of stopt de werknemer, wanneer de werkcontext of persoonlijke middelen hem niet in staat stellen om het tempo bij te houden. Dit vertragen kan de vorm aannemen van het minimaal bereiken van doelstellingen, het achterwege laten van onderlinge steun, teamgeest of bepaalde taken die niet strikt overeenkomen met de uitgeoefende functie. Het idee is om niet langer de gestelde doelen te overtreffen. De geleverde diensten zullen niet tekortschieten, maar zullen slechts het minimum omvatten.
Hoewel het fenomeen op het eerste gezicht nauwelijks zichtbaar is, zien de werkgevers de gevolgen en indirecte kosten ervan, zoals: meer individualisme, minder investering in het werk, spanningen binnen teams, lagere productiviteit en de impact op de werksfeer.
Ook al hebben werkgevers weinig of geen invloed op hoe de houding van hun werknemers ten opzichte van het werk verandert, toch kunnen ze investeren in het algemene welzijn van hun werknemers en hen zo meer het gevoel geven dat ze bij hun organisatie horen.
Er zijn daarom vijf belangrijke gebieden waarop actie moet worden ondernomen om te voorkomen dat mensen stilletjes afhaken.
Onze preventieadviseurs psychosociale aspecten kunnen ondersteuning bieden bij de aanpak van deze problematiek en om het welzijn van de werknemers globaal te verbeteren.
Algemene tendens van het artikel:
Investeren in het welzijn van werknemers voor meer betrokkenheid:
Invloed van generaties op de relatie tot werk:
Autonomie van werknemers en onnodige controle over hun prestaties – negatieve invloed:
Vertrouwen in de hiërarchie:
Rebecca Flandre,
Preventieadviseur psychosociale aspecten