29 augustus 2023
Waar met scherpe naalden gewerkt wordt, zoals bijvoorbeeld in ziekenhuizen of thuisverpleging, bestaat het risico op prikongevallen. In de wetgeving rond biologische agentia vinden we een hoofdstuk over de verplichtingen van de werkgever rond prikongevallen en andere situaties waarbij men kan worden blootgesteld aan bloed of ander potentieel geïnfecteerde bronnen (bv bepaalde lichaamsvochten). De term “prikongeval” wordt dan ook in een betekenis gebruikt die ruimer is dan louter het zich prikken aan een naald.
Een werkgever van personeel of (onder)aannemers die risico lopen op prikongevallen of blootstelling aan bloed e.d. moet
In het kader van de risicoanalyse moet de werkgever alle situaties onderzoeken waarin de werknemers tijdens de uitoefening van hun werk verwond en/of geïnfecteerd kunnen worden als gevolg van blootstelling aan bloed of ander potentieel infectiemateriaal. Bij deze analyse houdt de werkgever o.m. rekening met :
Er zijn tegenwoordig systemen op de markt die enige bescherming bieden tegen het risico : op het einde van de bloedafname wordt een bescherming over de naald geschoven waardoor het risico op prikken teruggebracht wordt (zie bovenstaande foto).
Dit is echter niet altijd de ideale oplossing : veel hangt er immers van af met welk systeem de gebruiker van de naald het meest vertrouwd is. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat iemand die plots met een ander systeem moet werken dan wat hij gewoon is, een grotere kans loopt om een ongeval te veroorzaken
De werkgever voorziet in een adequate opleiding aan zijn werknemers over de richtlijnen en de procedures in verband met verwonding en/of infectie door een scherp medisch voorwerp. Bijzondere aandacht moet men besteden aan:
Bij ongeval of incident met een scherp medisch instrument of bij accidentele blootstelling aan bloed en andere potentieel infectiebronnen, dient de werknemer onmiddellijk melding te maken aan de werkgever en de interne dienst. Na de melding moet werkgever volgende maatregelen nemen :
Indien de werkgever werkt met aannemers of onderaannemers waarvan de werknemers ook blootgesteld zijn aan de risico’s van prikongevallen, zijn een aantal specifieke verplichtingen van toepassing:
Het meest besmettelijk bij een prikongeval is hepatitis B. Hepatitis C is 10 x minder besmettelijk, en HIV 100 x minder. Wie ingeënt is tegen hepatitis B is hiertegen beschermd, maar helaas is er momenteel nog geen vaccin tegen hepatitis C of HIV op de markt.
Minder geweten is dat een prikongeval ook een ernstige psychologische schok teweeg kan brengen.
Personen die werden blootgesteld aan een mogelijke besmetting dienen er ook over te waken dat zij aan veilig seksueel contact doen gedurende de periode dat er nog geen duidelijkheid is over het al dan niet besmet zijn !
Volgende stappen worden ondernomen, in de hieronder weergegeven volgorde :
Binnen de 24 uur moet het bloed van de bron worden genomen om te kijken of het besmet is. Is er geen enkele besmetting (hepatitis B, C of HIV) dan kan degenen die blootgesteld werd aan het bloed niet besmet zijn. Toch kan het door de arts nodig worden geacht een verdere opvolging te doen.
De bloedafname dient ook naar de arbeidsarts van de externe preventiedienst te worden doorgestuurd. Ook dient deze een kopie te ontvangen van de ongevalaangifte, ingevuld door de behandelend arts.
De werkgever maakt binnen één maand afspraak met de arbeidsarts van de externe dienst. De arbeidsarts zal aan de werknemer de te nemen stappen en de opvolging uitleggen.
De arbeidsarts geeft het incident aan bij Fedris (Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s), indien er sprake is van besmetting.