back-arrow 2 september 2024

(Pre)-diabetisch? Bespreek het met je arbeidsarts

Diabetes is in opmars. In de afgelopen decennia is het aantal diabetespatiënten meer dan verdubbeld. Op dit moment lijdt meer dan 12 % van de Belgische volwassenen (waarvan 1 op 3 het niet weet) eraan.  Er zijn dus heel wat actieve Belgen met diabetes. Het is belangrijk dat de arbeidsarts hiervan op de hoogte is zodat hij gepaste aanbevelingen kan doen.

vakantie-flexmail

De arbeidsarts en diabetes

De arbeidsarts zal via enkele standaardvragen een beeld proberen te bekomen over de gezondheidstoestand van de werknemer die hij onderzoekt. Zo zal hij vragen naar recente ziekenhuisopnames, en of de werknemer onder behandeling staat van een specialist of behandeld arts.

 

Als een werknemer aangeeft diabetes te hebben of pre-diabetes te hebben, neemt de arbeidsarts contact op met de behandelend arts of specialist om na te gaan of de patiënt adequaat wordt opgevolgd. Dit gebeurt echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt.

 

Weet echter dat wanneer je als patiënt er niet mee akkoord gaat dat de arbeidsarts zich informeert bij de behandelende arts of specialist, deze zich misschien genoodzaakt zal zien je medisch ongeschikt te verklaren voor je werk, gezien hij zich geen duidelijk beeld kan vormen rond de mogelijke risico’s van je tewerkstelling.

Vertel ik aan mijn werkgever dat ik diabetisch ben?

Hoewel werknemers niet verplicht zijn om hun (pre)diabetesstatus aan hun werkgever te melden, kan het nuttig zijn om dit wel te doen. De arbeidsarts is gebonden aan medische geheimhouding en mag deze informatie niet delen met de werkgever.

 

We raden echter wel aan dat een diabetespatiënt zijn werkgever op de hoogte stelt, zodat je werkgever en collega’s hiermee rekening mee kunnen houden.

 

Zo is het in het geval van een hypoglycemie bijvoorbeeld handig als collega’s op de hoogte zijn, zodat ze gepast kunnen reageren. De wetgeving staat toe dat niet-zorgpersoneel (dus bijvoorbeeld collega’s) nasale glucagon kan toedienen in geval van een ernstige hypoglycemie.

 

De arbeidsarts kan de werkgever adviseren over mogelijke maatregelen, zonder specifiek in te gaan op de aandoening van de werknemer. Bijvoorbeeld, een persoon met niet-gestabiliseerde diabetes mag men geen veiligheidsfunctie laten vervullen, en de arbeidsarts kan voorschrijven dat de werknemer elke twee uur iets moet eten.

 

Uit onderzoek blijkt trouwens dat diabetespatiënten niet vaker afwezig zijn van het werk.  Integendeel, ze zijn vaak gemotiveerd om een gezonde levensstijl te volgen en het advies van hun arts op te volgen. Door open communicatie tussen werknemer, arbeidsarts en werkgever kan een werkomgeving worden gecreëerd die zowel veilig als ondersteunend is voor werknemers met diabetes.

Type 1 en Type 2 Diabetes

Er zijn verschillende benaderingen voor werknemers met type 1 en type 2 diabetes.

 

Voor werknemers met type 1 diabetes, die insuline moeten injecteren en een verhoogd risico op hypoglycemie hebben, dient men specifieke richtlijnen op te stellen.

 

Zij kunnen soms nood hebben aan een meer regelmatig werkrooster (mogelijk geen nacht- en ploegenarbeid). Een onregelmatig werkrooster kan mogelijk hun insulineproductie in het gedrang brengen.

 

Zij mogen ook niet langdurig alleen werken omdat zij door hun toestand het risico lopen hun bewustzijn te verliezen.

 

Diabetespatiënten van type 2 kan men opdelen in enerzijds patiënten die medicatie nemen zonder dat deze een risico op hypoglycemie inhouden (metformine, DPP-4-remmers en SGLT2-remmers en GLP-1-analogen) en anderzijds de personen die wel dit risico lopen door sulfamiden en/of insuline.

 

Voor een werknemer van type 2 die door zijn medicatie een duidelijk risico loopt op hypoglycemie, zullen dezelfde restricties gelden als voor een patiënt van type 1: geen veiligheidsfuncties, niet (langdurig) alleen werken, mogelijk geen nacht- en ploegenarbeid.

 

Het is belangrijk om op te volgen dat de werknemer in kwestie zich goed houdt aan zijn medicatievoorschriften en goed op de hoogte is van zijn toestand en de daaraan verbonden risico’s. Om deze reden zal de arbeidsarts jaarlijks aan de werknemer vragen of hij een bloedafname heeft laten uitvoeren zoals voorgeschreven door diens behandelend arts of specialist. Is dit het geval, dan zal de arbeidsarts vragen naar de resultaten van de geglyceerde hemoglobine om zich een beeld te vormen over de bloedsuikercontrole op langere termijn.

 

De arbeidsarts zal ook pogen te weten te komen of de patiënt zijn bloedsuikergehalte goed in het oog houdt, hoe frequent hij dit doet, of hij zijn gehalte goed kent, etc. Dit ten einde een globaal beeld van de gezondheidstoestand van de patiënt te bekomen, en hem eventueel te adviseren.

Aanbevelingen en Verplichtingen

Er zijn drie categorieën werknemers waarvoor de werkgever het advies van de arbeidsarts moet opvolgen: werknemers met veiligheidsfuncties, zwangere werknemers en werknemers blootgesteld aan ioniserende straling.

 

Als een werknemer met diabetes tot een van deze categorieën behoort, moet de werkgever het advies van de arbeidsarts volgen. In principe zal een niet-gestabiliseerde diabetespatiënt geen veiligheidsfunctie mogen vervullen.

 

In andere gevallen blijft het advies een aanbeveling, maar als er een risico op hypoglycemie is, zal de arbeidsarts de werkgever hierover informeren (zonder in details te treden over de aard van de aandoening, want dit valt onder het beroepsgeheim) en adviseren de werknemer niet (langdurig) alleen te laten werken.

Besluit

Wanneer (pre)diabetes een rol speelt op de werkvloer, is open communicatie tussen werknemer, arbeidsarts en werkgever essentieel.

 

Hoewel werknemers niet verplicht zijn om hun (pre)diabetesstatus aan de werkgever te melden, kan dit bijdragen aan een veiligere en ondersteunende werkomgeving.

 

De arbeidsarts adviseert de werkgever op maat, zonder de privacy van de werknemer in gevaar te brengen.

 

Door gezamenlijk overleg en begrip te tonen, kunnen werknemers met diabetes op een veilige en productieve manier blijven deelnemen aan het arbeidsproces. Dit bevordert niet alleen hun welzijn, maar draagt ook bij aan een positieve werkcultuur waarin gezondheid en inclusiviteit centraal staan. Personen met diabetes mogen niet benadeeld worden en moeten dezelfde jobkansen krijgen zoals iedereen.

 

Dit artikel is gebaseerd op een interview met Dr. Eddie De Block, medisch directeur bij Cohezio, dat verscheen in het tijdschrift Dialogue (het tijdschrift van de Association du Diabète) van mei/juni 2024 “Le rôle du médecin du travail auprès des travailleurs atteints de diabète” Colette Barbier