21 december 2022
De procedure kan gestart worden indien volgende twee voorwaarden vervuld zijn:
De procedure staat beschreven in artikel I.4-82 van de Codex over welzijn op het werk.
De procedure start met een kennisgeving van de intentie om na te gaan of het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten. Deze kennisgeving kan uitgaan van de werknemer of de werkgever en gebeurt via een aangetekend schrijven.
Na ontvangst van de kennisgeving nodigt de arbeidsarts van de Externe Dienst de werknemer uit voor een medisch onderzoek, dit ten vroegste 10 kalenderdagen na de kennisgeving. Tijdens het onderzoek kan de werknemer de arbeidsarts vragen om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het werk opnieuw uit te voeren, al dan niet met aangepast of ander werk, en welke eventuele aanpassingen er nodig zullen zijn rekening houdend met de gezondheidstoestand en de mogelijkheden van de werknemer.
Mits toestemming van de werknemer kan de arbeidsarts overleggen met de behandelend arts/specialist en/of de adviserend arts van het ziekenfonds. Er is geen overleg voorzien met de Terug naar het Werk Coördinator, werkgever of andere specialist.
De arbeidsarts kan, uiterlijk binnen de 3 maanden na ontvangst van de kennisgeving, volgende beslissingen nemen:
De arbeidsarts bezorgt zijn beslissing aan de werkgever en de werknemer met een aangetekend schrijven. Indien de arbeidsarts vaststelt dat het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk uit te voeren, bezorgt de arbeidsarts deze vaststelling ook aan de adviserend arts van de mutualiteit.
De arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd omwille van medische overmacht onder volgende voorwaarden:
Beëindiging van de procedure zonder gevolg
Indien de arbeidsarts vaststelt, of uit het resultaat van de beroepsprocedure blijkt, dat het voor de werknemer niet definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten, eindigt de procedure zonder gevolg. De procedure kan opnieuw gestart worden na een ononderbroken periode van 9 maanden arbeidsongeschiktheid.
Deze beslissing kan worden genomen indien:
Gezien de arbeidsarts niet heeft bepaald dat werkhervatting definitief onmogelijk is, kan hier geen medische overmacht worden ingeroepen.
De werkgever kan ook de normale procedure volgen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder hierbij de bijzondere procedure in de Codex te volgen.
U vindt deze formulieren op deze pagina.
Neen. De termijn van 21 kalenderdagen voor het indienen van een beroepsprocedure maakt integraal deel uit van de 6 maanden.
Vanaf 1 april 2024: voor elke werknemer die ontslagen wordt omwille van medische overmacht dient de werkgever een bijdrage te betalen van 1800 euro aan een terug-naar-werkfonds (TNW-fonds) beheerd door het RIZIV. De gerechtigde arbeidsongeschikte kan via dit fonds gespecialiseerde dienstverlening op maat kopen met het oog op zijn sociaalprofessionele re-integratie.
Vóór 1 april 2024 diende de werkgever zijn werknemer een outplacementbegeleiding ter waarde van 1800 euro aan te bieden.
Een werkgever die zicht beroept op medische overmacht dient, binnen de 45 kalenderdagen nadat de arbeidsovereenkomst werd beëindigd:
Het TNW-fonds in kennis te stellen van de identificatiegegevens van zowel werkgever als werknemer (via een notificatieformulier)
Een bijdrage van 1800 euro te storten aan een TNW-fonds.
Op niet-naleving van deze regels volgen sancties.
Geen bijdrage is verschuldigd als de werknemer het contract beëindigt wegens medische overmacht of als beëindiging wederzijds overeengekomen wordt.
Meer info op de site van het RIZIV.
Als de specifieke procedure niet leidt tot de vaststelling dat het definitief onmogelijk is voor de werknemer om het overeengekomen werk uit te voeren, dan wordt de procedure zonder verder gevolg beëindigd. Die situatie kan zich voordoen wanneer wordt vastgesteld dat het slechts tijdelijk onmogelijk is voor de werknemer om het overeengekomen werk uit te voeren, wanneer wordt vastgesteld dat het om medische redenen (voorlopig) niet mogelijk is om zich hierover uit te spreken, maar ook wanneer werd vastgesteld dat het niet mogelijk is de werknemer te onderzoeken. In dat geval volgt een wachttijd om de procedure opnieuw te kunnen starten. Daarvoor moet de werknemer een nieuwe periode van minstens negen maanden ononderbroken arbeidsongeschiktheid bereiken.