26 december 2019
Loont de aanschaf van exoskeletten om muscoskeletale aandoeningen (MSA) tegen te gaan de moeite ? Ditmaal gaan we in op de procedure die men dient te volgen om te bepalen of een aanschaf geboden is, en, zo ja, hoe te kiezen.
Het Franse onderzoeksinstituut INRS (Institut National de Recherche et Sécurité) heeft een groot aantal interessante documenten opgesteld die kunnen worden geraadpleegd voordat tot een aankoop wordt overgegaan.
De brochure “Acquisition et intégration d’un exosquelette en entreprise” (“Aankoop en integratie van een exoskelet in een onderneming”) beschrijft de verschillende stappen die men kan doorlopen om zo goed mogelijk te kiezen òf een aankoop aangewezen is, en zo ja, welke criteria men dient te hanteren bij de aankoop.
De eerste stap bestaat erin te bekijken of het gebruik van een exoskelet echt de beste oplossing is. Daartoe dient de activiteit van de operator te worden geanalyseerd en dienen de fysieke belasting en de specifieke behoeften van de werkposten te worden bepaald. Het gebruik van de checklist voor het identificeren en beoordelen van de fysieke belasting, in combinatie met de ergonomische analyse van de werkpost, is een voorafgaande maatregel.
Op basis van die analyse en de overwegingen die eruit voortvloeien, dient voorrang te worden gegeven aan collectieve preventiemaatregelen. Het risico aanpakken aan de bron blijft de meest doeltreffende maatregel, maar ook technische aanpassingen (vermindering van het gewicht van de tools of voorwerpen, aanpassing van de hoogte van het werkblad, enz.) of organisatorische wijzigingen kunnen worden overwogen.
Na die voorafgaande fase worden de werkposten en de specifieke taken geïdentificeerd die mogelijk in aanmerking komen voor ondersteuning in de vorm van een exoskelet. Zo kan men zich een oordeel vormen over de eigenschappen die van het exoskelet worden verwacht : actief of passief, de ondersteunde zone (bovenste ledematen, schouders, rug, onderste ledematen, het hele lichaam), de vereiste grootte van de beweging, enz. Deze overwegingen kunnen worden opgenomen in een bestek.
Tijdens de derde stap wordt gebruikgemaakt van een fiche voor de beoordeling van de kwaliteiten van het apparaat voor assistentie (of wordt zo’n fiche opgesteld). De evaluatiecriteria komen aan bod in het reeds genoemde document van het INRS. Enkele vermelde criteria zijn:
Aan de hand van dit beoordelingsprotocol wordt het gebruik van het exoskelet getest onder “laboratoriumomstandigheden”, dat wil zeggen buiten de arbeidssituatie. Zo kan men zich vertrouwd maken met deze nieuwe tool.
Vervolgens gaat men over tot een reële en gedegen toepassing van het exoskelet op de werkplaats, om verder vertrouwd te raken met de werking ervan. Op basis van deze toepassingen zal de tool eventueel worden aangeschaft.
De actieve integratie van alle betrokken operatoren is uiteraard onmisbaar in elke stap.
De laatste fase (feedbackfase) verloopt over verschillende periodes (maanden en jaren). Dat maakt het mogelijk om de verworven ervaring van elke werknemer optimaal te benutten, en ook vooral om zich aan te passen aan veranderingen in de arbeidssituaties.
Net als bij elke technologische innovatie kan het integreren van een apparaat voor fysieke ondersteuning zoals een exoskelet in het bedrijf voor alle betrokkenen veel voordelen opleveren, al zijn er ook contra-indicaties of beperkingen aan verbonden. Het is dan ook erg belangrijk om voorafgaand aan de aanschaf een diepgaande analyse uit te voeren. Met alle professionele actoren moet zeer goed gecommuniceerd worden over de tool, vanaf het begin wanneer men een aanschaf overweegt, tot aan het daadwerkelijke regelmatige gebruik ervan doorheen de jaren.
De aanvaarding van de tool door degenen die het zullen gebruiken benodigt altijd periodes van gewenning en aanpassing, zelfs wanneer het gaat om een uiterst performant exoskelet. Ook moet men er rekening mee houden dat de de omstandigheden op de werkvloer evolueren en dat de wijze waarop men het exoskelet inzet mogelijks daaraan zal moeten worden aangepast.
De technologie staat niet stil en de actieve exoskeletten worden steeds beter. Het zouden wel eens goede bondgenoten kunnen worden in de preventie van MSA.
Jean-Philippe Demaret
Preventieadviseur-ergonoom
Licentiaat kinesitherapie en lichamelijke opvoeding